U krijgt het bij een bijzondere gebeurtenis of u koopt het om iets in uw leven
te vieren. U draagt het omdat het symbool staat voor een belangrijk moment in uw leven.
Diamanten laten uw emoties schijnen. En juist dat maakt de emotionele waarde van een
sieraad onbetaalbaar.
Achter iedere diamant of juweel zit een bijzonder verhaal.
Vijf ‘GASSAN-dames’ vertellen wat hún sieraad zo bijzonder maakt.
ANITA LEESER-GASSAN (87) is de dochter van Samuel Gassan, de grondlegger van GASSAN Diamonds. In de jaren dat ze actief was als rechter-commissaris wordt Anita ook wel ‘Mevrouw Ring’ genoemd; een bijnaam die ze te danken heeft aan een prachtig stuk dat ze van haar vader kreeg en nog altijd graag draagt.
Een diamant is een natuurproduct. Als je over diamanten spreekt, dan heb je het ook vaak over de kwaliteiten ervan, iets wat de natuur heeft meegegeven. Een mooie steen, een lelijke steen, een zuivere steen. Ik kreeg de ring van mijn vader, toen mijn zoon Benno bar mitswa werd, een betekenisvolle dag in het Jodendom. Ik kreeg wel vaker mooie juwelen van mijn vader, vooral bij bijzondere gelegenheden. Dit was voor hem een belangrijke dag. Zijn kleinzoon werd een man. Vroeger stond de datum erin gegraveerd, maar inmiddels is de zetting vernieuwd. Het is een prachtige ring, mensen zeggen er vaak iets over. In de tijd dat ik nog als rechter en rechter-commissaris werkte, waren er mensen die mij ‘Mevrouw Ring’ noemde. Daarmee wilden ze zeggen dat ze vonden dat ik ermee pronkte. Tja... Vroeger zat je als rechter-commissaris in het huis van bewaring en daar ging al een tijdje het verhaal rond dat ik een mooie diamanten ring had. Verdachten en criminelen vroegen dan aan mij: ‘Waar is uw ring?’ Ik had natuurlijk niet altijd met zuivere types te maken, dus soms liet ik de ring ook wel thuis. Het is een opvallende ring en dat is niet in iedere situatie even prettig. Mijn vader is tijdens de oorlog in 1942 naar Zwitserland gevlucht, met diamanten in de hiel van zijn schoen. Dat is zijn redding geweest. Mijn ouders waren toen net gescheiden en mijn moeder en ik bleven achter in Amsterdam waar we op verschillende onderduikadressen terecht kwamen. Uiteindelijk zijn we gevonden en werden we gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Aan het einde van de oorlog kwamen mijn moeder en ik terecht op één van de Lost Transport treinen. We zaten veertien dagen in een trein zonder eten en toen heeft mijn moeder haar trouwring voor een pak meel geruild. Mensen probeerden van alles... Mijn vader vond ons pas in 1945 terug. Hij herkende mij niet meer. Na de oorlog gaf mijn vader mooie cadeaus aan ons; schoenen en jurken. Ik kreeg zelfs als één van de eersten een fiets en ook schaatsen, terwijl ik nog nooit geschaatst had. Ik werd altijd erg verwend. Nou ja, behalve alles wat ervoor zat. Hij had natuurlijk zoveel van mij gemist. Misschien had het daar iets mee te maken, maar het zat ook gewoon in hem. Zijn latere vrouw vertelde eens dat toen zij een tas van hem mocht uitzoeken, hij zei: ‘Doe maar die gele, want dat is de kleur van het jasje wat Anita droeg toen ik wegging.’ Ik ben altijd heel blij geweest met deze ring. Je kunt ook wel zeggen dat het mij garantie geeft. Als er iets zou gebeuren, dan kun je hem verpanden, zeg maar. Mocht je opeens geld nodig hebben, of zo. Zoiets heeft mijn moeder natuurlijk ook gedaan. Ik denk ook dat mijn vader mij deze ring heeft gegeven om mij zekerheid te geven in het leven. Net zoals de diamanten, die hij meenam in zijn schoen. En zo heeft elke steen een eigen verhaal. Zoals ik al zei, diamanten zijn net mensen. En mijn ring, mijn diamant, is zoals ze is.”
KITTY LEESER (74) is vicepresident bij GASSAN Diamonds. Twaalf jaar geleden kreeg zij een bijzonder cadeau: een collier dat haar, met een lach en een traan, doet denken aan een heftige periode uit haar leven.
Ik krijg vaak met kerst een mooi sieraad. Dan is er vaak wat nieuws en dan komt Benno met iets moois voor onder de kerstboom. Het is natuurlijk het ultieme cadeau om met kerst te krijgen. Het smiley-colliertje heb ik niet van Benno gekregen, maar van vrienden van ons uit Frankrijk in 2010; het jaar dat er borstkanker bij mij werd geconstateerd. Vroeger was Alain Roure een zakenrelatie van ons, maar door de jaren heen is er een dierbare vriendschap ontstaan. Benno en ik hadden Alain en zijn vrouw uitgenodigd om bij ons te komen eten. Ze waren op de hoogte van het feit dat ik ziek was geweest en hadden die bewuste avond het kettinkje voor mij meegenomen. Een soort hart onder de riem, omdat ik zo’n naar jaar had gehad. Aan één kant van het hangertje zie je een happy smiley en aan de andere kant een verdrietig gezichtje. Ze wisselen elkaar steeds af, want het kettinkje draait voortdurend als je hem om hebt. Ik vind hem mooi, maar er zit tegelijkertijd ook een stuk beladenheid in. De ziekte brengt onzekerheid met zich mee, en dat zie je terug in het collier. Als ik het kettinkje zie, bijvoorbeeld als ik in de spiegel kijk, dan voel ik toch altijd een beetje angst dat de kanker misschien weer terugkomt. Die angst werd helaas werkelijkheid, toen ik in 2018 de ziekte opnieuw kreeg. Daarna moest ik 5 jaar medicijnen slikken en inmiddels zit ik nu in het laatste jaar. Het is geen bijgeloof, maar het geeft mij wel een lekker gevoel om het om te hebben.” “Gelukkig overheerst altijd de emotie die ik voelde toen ik het kettinkje kreeg: dankbaarheid. Er was zo goed over nagedacht en dat is ook wat mij zo trof op dat moment. Dat gebeurt niet zo vaak, dat mensen heel goed over dit soort dingen nadenken. Dat vind ik nog altijd heel bijzonder. Als ik toevallig zie dat hij niet goed hangt, dan draai ik hem om. Ik heb liever dat hij er vrolijk bij hangt. Maar hij switcht zelf, dus regelmatig zie je ook het verdrietige gezichtje. Als mijn kleinkinderen dat zien dan zeggen ze: ‘Oma, je bent toch niet verdrietig?’ Dan keren zij hem ook altijd om. Of ik hem ooit zou doorgeven? Dat vind ik lastig. Ik weet ook niet of iemand het zou willen hebben. Misschien aan Debora, ze is tenslotte mijn enige dochter. Maar ik zie het haar niet dragen. Wellicht moet ik hem helemaal niet doorgeven, het hangt natuurlijk aan die kanker. Ik heb best vaak mooie juwelen om, maar het gekke is, iedereen pakt altijd dit kettinkje eruit. Ik heb het zelfs al een paar keer laten namaken, want ze vinden het zo leuk. Op zo’n moment hou ik natuurlijk het verhaal erachter voor mezelf.”
GYTHA BIJLSMA (51) kreeg ruim 30 jaar geleden een armband cadeau van haar vriendje, met wie ze toen een jaar verkering had. Dat vriendje is inmiddels al 25 jaar haar man en Chief Commercial Officer bij GASSAN Diamonds, David Bijlsma.
“David heeft altijd heel duidelijk geweten wat hij wilde in het leven. Zo wist hij al op jonge leeftijd dat hij in het familiebedrijf wilde werken. Benno (Leeser red.) heeft hem de kans gegeven om in het buitenland stage te lopen bij verschillende horloge- en juwelen leveranciers om zo het vak te leren. Tijdens zijn stage bij juwelenfabrikant Kienhöfer in Duitsland leerde hij de kneepjes van het goudsmid-vak. Daar heeft hij voor het eerst een armbandje zelf gemaakt.
Je kunt het je nauwelijks voorstellen, maar je had in die tijd nog geen mobiele telefoon of email. We moesten telefoongesprekken van tevoren afspreken. Ik bleef dan ‘s avonds thuis en wilde ook niet weg met vriendinnen, want David kon bellen. Heel kneuterig, maar zo ging dat toen. We waren allebei 19 jaar. Toen David terug in Nederland was heeft hij mij het armbandje gegeven voor mijn verjaardag. We waren misschien net een jaar samen. Ik zie het moment nog voor me. Ik was helemaal overrompeld. Nu staat het symbool voor de start van zijn carrière, maar ook voor onze relatie.
Ik had hem een aantal jaar niet gezien, maar toen ik het armbandje onlangs weer in mijn handen had was hij nog precies zoals ik mij kon herinneren. Hij zit nog altijd in m’n hoofd. Hoe ouder ik word, hoe meer ik de armband ook waardeer. Ik moet hem maar eens weer omdoen. Het is nog altijd een mooi stuk en vooral het idee erachter maakt hem bijzonder.”
Stralend vertelt ze: “als ik hem nu weer zou dragen dan gaat dat gepaard met een trots gevoel wat ik heb voor David. Ik hou heel erg van zijn gedrevenheid en zijn passie voor het vak. Ik hou van een man met drive en dat heeft hij zeker.”