Marieke Visser: Pionier in het Vrouwenvoetbal met HERA United

VROUW AAN DE TOP: MARIEKE VISSER RICHT DE EERSTE NEDERLANDSE PROFVOETBALCLUB VOOR VROUWEN OP

Je eigen bedrijf runnen of instappen in de multinational van je ouders – deze vrouwen doen het. En met succes. Dit zijn hun tips, tricks & fails.

Naam Marieke Visser

Leeftijd 40 jaar

Is Founder en CEO HERA United

Opleiding HBO Communicatie in Groningen

Woont samen met haar verloofde en twee kinderen uit een eerdere relatie

Hoe bedenkt iemand: ik ga een profvoetbalclub oprichten?
“Ik ben eigenlijk voornamelijk een liefhebber van de sport. Ik ben opgegroeid langs de lijn van het voetbalveld. Mijn vader en broer speelden, maar voetbal was in die tijd nog niet echt voor meiden. Uiteindelijk ben ik zelf gaan voetballen, waardoor ik uit eigen ervaring weet hoezeer alles vooral is ingericht op de jongens. Ik volgde uit persoonlijke interesse het vrouwenvoetbal dus altijd al en maakte me vaak kwaad over de ongelijke kansen en behandeling van vrouwen. Na een carrière in de PR en marketing en een eigen bedrijf op het vlak van inclusie en vrouwelijk leiderschap, kwam voor mij alles samen in het idee voor een profvoetbalclub voor vrouwen. Omdat ik inzag dat vrouwen nu nog steeds – net als ik vroeger – moeten vechten voor een plek op het veld, náást de mannen. Bij bestaande voetbalclubs zijn de vrouwen vaak bijzaak. Maar alles wat aandacht krijgt groeit. Ik wil met HERA United laten zien dat vrouwenvoetbal een grote potentie heeft. En dat kan alleen als je er volledig voor gaat. Met focus. Een club dus, waar alles om de vrouwen draait.”

Hoe is dat gegaan?
Het begon met een idee. Dat ben ik gaan delen met mensen om mij heen, om te ontdekken: is dit een reëel plan of een heel gek idee? Ik kreeg en krijg eigenlijk heel veel positieve reactie van mensen uit de voetbalwereld. Ze zien ook in dat het vrouwenvoetbal in Nederland gestaag groeit en niet altijd de juiste aandacht krijgt. Maar het ging uiteraard niet zonder slag of stoot. Want in het huidige systeem in Nederland kun je niet zomaar een profvoetbalclub voor vrouwen opzetten. Een vrouwenteam is altijd onderdeel van een voetbalclub voor mannen. En daar zit het probleem. Daarom zijn we in gesprek gegaan met de KNVB. Na veel gesprekken en onderzoek hebben we de conclusie getrokken, dat de huidige regelgeving in strijd is met de wet gelijke behandeling.

Inmiddels is de KNVB daarom bereid om de regels aan te passen, als de leden hiermee instemmen. Dat is een onwijze mijlpaal voor het vrouwenvoetbal in Nederland. Het is belangrijk dat vrouwenvoetbal op zichzelf staand kan groeien. En het niet continu vergeleken wordt met mannenvoetbal, of afhankelijk is daarvan. Want dat is nu het geval. Mannenvoetbal wordt gezien als de basis. Zo hebben vrouwen bijvoorbeeld ook veel meer blessures dan mannen, omdat zij op de mannelijke manier worden getraind. Maar het vrouwenlijf is compleet anders en vraagt om een heel ander soort training.”

Uiteindelijk heeft het goed uitgepakt.
“Ja. Dat is dan ook mijn grootste les geweest. Laat niemand je vertellen dat je iets niet kan. Er zijn zoveel mensen geweest die zeiden dat het geen goed idee was, omdat het systeem binnen het voetbal nu eenmaal niet zo werkt. Terwijl ik dacht: maar waarom niet dan? Waarom staan de regels het niet toe? Dan moet je keer op keer teruggaan naar de kern, naar de overtuiging dat het gewoon niet klopt op deze manier. Om een systeemverandering te bewerkstelligen, moet je echt volhardend zijn. Juist als je hoort dat het niet kan. Want wie bepaalt of iets écht niet kan? Vaak is er veel meer mogelijk dan mensen zeggen.”

Ik kan me voorstellen dat dat ook privé best wat van je vraagt.
“Ja, dat klopt zeker. En dat is dan ook meteen mijn valkuil. Mijn partner spreekt me hier dan ook echt wel op aan. Ik vind het lastig om mijn werk neer te leggen. Maar dat is ook omdat ik bezig ben met iets wat me blij maakt. Ik vind wel, dat je in dat geval ook niet moet zeuren. Knetterhard werken hoort bij zoiets verwezenlijken. Dus dat doe ik ook en vind het een voorbeeld voor mijn kinderen om te zeggen: ‘Jullie moeder is een voetbalclub aan het bouwen. Dat gaat niet vanzelf.’ Tegelijkertijd ben ik ben blij dat mijn partner me motiveert om af en toe mijn telefoon even weg te leggen en echt bij mijn gezin aanwezig te kunnen zijn. Dat is uiteindelijk natuurlijk het belangrijkste.”

Hoe ziet een gemiddelde dag er dan uit?
“Best wel divers. Ik ben vooral veel in gesprek met mensen. Zo ben ik net bijvoorbeeld bij voetbalteam Telstar geweest, waar we een samenwerking mee aangaan met betrekking tot het vrouwenvoetbal. Maar ik ben ook regelmatig bij de gemeente te vinden, of heb een overleg met mijn team over een financieel- of marketingplan. En vergeet PR niet, want ook dat is hierin weer een belangrijk onderdeel – en mijn oude vak.”

Is het wel haalbaar om al die dingen zelf te doen?
“Ja. Ik moet als CEO het overzicht hebben en overal wel bij betrokken zijn, in elk geval op hoofdlijnen. Maar de dingen waar mijn kracht niet ligt, laat ik graag aan een ander over. Ik ben echt een generalist (iemand die kennis heeft over veel verschillende losse dingen, red.), dus ik vind het leuk om afwisseling te hebben in mijn werk en specialisten in te schakelen voor specifieke onderdelen. Maar ik merk wel dat het belangrijk is om vooral te doen waar je echt goed in bent. Als je zelf alles blijft doen waar je niet goed in bent of niet blij van wordt, trekt dit alle energie uit je. Zonde, dus doe dat vooral niet.”

Maar dat moet dan wel kunnen, financieel gezien.
“Dingen uitbesteden hoeft niet te betekenen dat je iemand hoeft te betalen. Dat kon ik namelijk eerst ook niet. Dingen uitbesteden zit ‘m ook in het vinden van mensen die met je mee willen doen, die iets kunnen wat jij zelf niet kan. Of het aantrekken van investeerders. Mijn advies is om het stapje voor stapje aan te pakken. Dus als je een droom hebt, zeg dan niet persé alles in één keer op. Blijf bijvoorbeeld drie dagen in loondienst werken en besteed er twee aan je droom. Mocht dat financieel gezien kunnen. Bij mij was ook niet alles in één keer groots en meeslepend. Dromen verwezenlijken kost tijd.”

Wat wilde je vroeger eigenlijk worden?
“Juf. Mijn beide ouders zaten in het onderwijs en dat leek me heel leuk. Ik zou het nu niet meer willen, daar ben ik veel te ondernemend voor. Maar ik vind het wel leuk om trainingen te geven en voor grote groepen te staan. Schuilt er toch nog een soort juf in mij.”

En nu? Waar wil je heen?
“Dat HERA United een op zichzelf staande profvoetbalclub is waar iedereen vanaf weet. Dat we over tien jaar de Champions League winnen.”

Over welke blunder mag niemand het meer hebben?
“Dat ik aan een baan begon waar ik totaal geen ervaring voor had. Ik was echt te trots om dat toe te geven en dacht: ik chef het wel even in mijn eentje. Dat is totaal verkeerd uitgepakt. Ik kreeg namelijk een burn-out. Achteraf gezien ben ik blij dat dit is gebeurd, want als je merkt dat je leegloopt is de plek waar je zit hoogstwaarschijnlijk niet de juiste. Het moet je juist energie geven. Ik ben nog gestart met reïntegreren, maar toen kwam ik voor het eerst weer op mijn werk en voelde ik plotseling dat ik hier weg moest. Ik heb dan ook meteen ontslag genomen. Het was best een blunder, maar wel één waar ik van heb geleerd. En waar ik connecties heb gemaakt die nu weer van pas komen. Daar geloof ik trouwens ook heilig in. Dat je overal mensen tegenkomt en elk jaar aan werkervaring je helpt om verder te komen. Dus ook al voel je nu dat je niet helemaal op je plek zit, laat dat je niet demotiveren. Ooit is het ergens goed voor geweest.”

En waar ben je trots op?
“Dat ik de juiste mensen om me heen heb verzameld. Ieder van hen is belangrijk in het verwezenlijken van deze droom. Naast hele waardevolle en inspirerende investeerders, en een vriendin (Esther) die het financiële plan heeft gemaakt, is bijvoorbeeld Barbara Barend ook ingestapt. Ik ben dan wel de kartrekker, maar had het niet zonder deze mensen kunnen doen en ben dus ook onwijs trots op hen. En ik ben ook trots dat ik altijd de shift maak van waarom het niet kan naar hoe het wel kan. Dat pas ik trouwens overal toe. Ook binnen mijn team, als er een probleem is. Dan wil ik horen wat wél kan en hoe we iets op kunnen lossen. Maar ook in mijn privéleven. De vader van mijn kinderen en ik zijn niet meer samen. Mensen vertelden me dan dat het heel heftig is om uit elkaar te gaan en dit gepaard gaat met veel ruzie en gedoe. Ik besloot dat niet te willen en gelukkig dacht mijn ex daar hetzelfde over. We hebben nul keer ruzie gehad en vieren de verjaardagen nog steeds samen.”

Is dat dan ook je advies aan de volgende generatie?
“Ja. Kijk naar wat wel kan, en hoe het kan. Laat je niet stoppen door de meningen van anderen. Als jij voelt dat iets moet veranderen, dan mag je daar echt in geloven en er voor gaan. Ook al zeggen nog zoveel mensen dat het niet kan.”