Deze vier eigenschappen bepalen samen de waarde van een diamant.
De kleur, zuiverheid en grootte van iedere ruwe diamant wordt bepaald door Moeder Natuur. Het is uiteindelijk het vakmanschap van onze meesterslijpers dat er voor zorgt dat een ruwe diamant een absoluut meesterwerk kan worden.
De perfectie van een diamant is het resultaat van het precies slijpen van elk van de facetten, zodat het licht optimaal gereflecteerd wordt. Een diamant met een uitstekende kleur is niet meer dan een doffe steen, zonder een voortreffelijk slijpvorm, en dat is wat onze diamanten zo bijzonder maakt.
Het gewicht van een diamant wordt uitgedrukt in karaten. Karaat vertelt je meer over de grootte van de diamant, uitgedrukt in het gewicht van de steen. Eén karaat staat gelijk aan 0,2 gram of 100 punten.
Karaat is hier niet te verwarren met karaat voor goud, zoals in “18K goud”, wat verwijst naar de gehalte van het goud.
Net zoals de dollar verdeeld is in 100 penny’s, is één karaat verdeeld in 100 punten. Zo weegt een 50 punten diamant 0,50 karaat. Maar twee diamanten van hetzelfde gewicht kunnen erg verschillen in waarde, afhankelijk van welke kleur, zuiverheid en slijpvorm ze hebben.
Zelfs een fractie van een karaat kan een hemelsbreed verschil maken in kostprijs en precies daarom is nauwkeurigheid zo belangrijk. In de diamantsector wordt het gewicht van diamanten dan ook gemeten tot op een honderdste of duizendste van een karaat. Stenen met een gewicht van meer dan één karaat worden aangeduid in karaten met 2 decimalen.
Karaat, de standaardmaat voor het gewicht van diamant en andere edelstenen, vindt zijn oorsprong in de zaden van de Johannesbroodboom, of “carob tree”. In de oudheid gebruikten handelaars in edelstenen de zaden als tegengewicht in de weegschaal omdat ze een vrij uniform gewicht hadden. De moderne, metrische karaat, gelijk aan 0,2 gram, werd definitief vastgelegd in 1913 in de Verenigde Staten, andere landen volgden al snel. Vandaag de dag weegt 1 karaat evenveel over de hele wereld.
Diamant bestaat in alle kleuren van de regenboog, van donkerbruin tot warm geel, fel roze tot betoverend paars en intens rood tot diep blauw. Wanneer diamant een uitgesproken, intense kleur heeft, spreekt men van “fancy colors”. Kleurloze diamant, bij het publiek meer bekend als witte diamant, vertoont op het eerste zicht geen specifieke kleur.
Wanneer ze meer nauwkeurig bestudeerd worden, kunnen deze diamanten een zekere gele of bruine tint vertonen. Wanneer deze diamanten vergeleken worden met ijkstenen, kan de exacte kleur van elke diamant preciezer bepaald worden. Hoe kleurlozer de diamant geëvalueerd wordt, hoe waardevoller. Voor de kleur van een diamant geldt dus eigenlijk dat wat je niet kan zien belangrijker is. Hoe minder kleur, hoe meer de diamant waard zal zijn.
GASSAN’s kleurbepaling voor diamant volgt de heersende standaarden in de diamantsector. De schaal begint met de letter D, gelijk voor exceptional white+, en gaat dan verder naar beneden tot de letter Z, waarbij de kleurtint steeds sterker aanwezig is, van lichtgeel tot bruin. Elke letter vertegenwoordigt een duidelijk gedefinieerd bereik in de kleursortering.
Deze kleurschakeringen zijn vaak zo subtiel dat het bijna onmogelijk is om ze met het blote oog waar te nemen. Anderzijds kunnen deze afwijkingen een groot verschil betekenen in de kwaliteit en waarde van diamant.
In het eeuwenlange proces waarin pure koolstof onder extreme hitte en druk tot diamant gevormd wordt, kunnen andere elementen in de steen sluipen. Die vreemde elementen creëren op die manier unieke tekenen ofwel in de diamant (inclusies of insluitsels) of aan de buitenkant van de diamant (vlekken).
De insluitsels kunnen variëren van kleine spoortjes, nauwelijks zichtbaar, tot grotere foutjes. Hoe minder inclusies of insluitsels, hoe hoger de waarde van een diamant.
Elke diamant is uniek en geen enkele steen is perfect wanneer die onder een 10x vergrootglas bestudeerd wordt, al komen sommige stenen dicht bij perfectie in de buurt.
Een diamant die geen enkele onvolmaaktheid vertoont, ook wel “loepzuiver” genoemd, is uiterst zeldzaam. Dat verklaart waarom een kleinere, loepzuivere steen significant meer waard zal zijn dan een grotere, maar onvolmaakte steen.
Onzuiverheden in diamant zijn vaak met het blote oog niet waarneembaar. Daarvoor wordt er een loep gebruikt.
De kwaliteit van de slijpvorm is het belangrijkste element dat het “Leven”, “Vuur” en “Schittering” van een diamant bepaalt. De aantrekkingskracht en schoonheid van een steen hangt dus vooral af van de kwaliteit van het slijpwerk dan van iets anders.
Deze eigenschap verwijst naar de vorm waarin de diamant geslepen wordt en de kwaliteit en symmetrie van de verschillende facetten. Perfecte proporties, uitstekende symmetrie en een kwaliteitsvolle afwerking zijn de noodzakelijke ingrediënten die een doffe ruwe steen om kunnen toveren tot een spectaculaire en fonkelende diamant.
Perfecte proporties, uitstekende symmetrie en een kwaliteitsvolle afwerking zijn de noodzakelijke ingrediënten die een doffe ruwe steen om kunnen toveren tot een spectaculaire en fonkelende diamant. Alleen dan kan het licht optimaal langs de facetten bewegen en zorgen voor die adembenemende schittering.
Neem bijvoorbeeld een zijaanzicht van de klassieke ronde briljant. De voornaamste delen, van boven tot onderkant zijn kroon, rondist en paviljoen. Een briljant heeft 57 facetten. Het horizontale facet bovenaan noemen we de “tafel”. De proporties van een diamant verwijzen naar de verhouding tussen de grootte van de tafel, de hoek van de kroon en de diepte van het paviljoen.
Belangrijk om te weten is dat er verschillende verhoudingen mogelijk zijn, die allemaal invloed zullen hebben op hoe de diamant het licht zal opvangen en reflecteren en ook hoe aantrekkelijk de diamant zal zijn voor de persoon die de steen bewondert.